Elastomeren
Een elastiekje is een goed voorbeeld van een elastomeer. Als je het uitrekt, oefen je er een kracht op uit. Laat je het weer los dan gaat het weer terug naar zijn oorspronkelijke vorm. Bij een potloodgummetje of een stressballetje gebeurt dat ook. Je kunt het voorwerp indrukken en dan verandert de vorm. Als je het weer loslaat komt de oorspronkelijke vorm terug. Elastisch dus!
Sportschoenen
Deze elastische stoffen noemen we elastomeren. Rubber is daarvan een heel oud en heel bekend voorbeeld. Maar er zijn ook heel veel kunststoffen gemaakt die op rubber lijken. En die stoffen hebben precies de eigenschappen die je voor een toepassing nodig hebt. Voor de zolen van je sportschoenen bijvoorbeeld is een soepel, sterk en slijtvaste kunststof gebruikt.
Net geen thermoplasten
Een elastomeer bestaat uit lange molecuulketens (polymeren). Deze ketens zijn niet los van elkaar als bij thermoplasten of zitten niet in een netwerk zoals bij thermoharders. Bij elastomeren is er hier en daar een dwarsverbinding tussen de ketens. Dat zijn er zo weinig dat het mogelijk is de ketens gedeeltelijk uit elkaar te trekken, totdat de rek eruit is. Maar de dwarsverbindingen die er wel zijn zorgen ervoor dat de stof zijn oude vorm weer aanneemt, als je stopt met uitrekken. Die enkele dwarsverbindingen tussen de ketens zijn dus cruciaal voor het elastisch zijn van de stof.
Meer weten over andere soorten kunststof? Ga terug naar de pagina over soorten kunststoffen.